Hieronder vindt u de lijst van stukken die van belang zijn in een internationale zaak.
Bescheiden waaruit blijkt:
dat beide echtgenoten Nederlander zijn (geen kopie paspoort);
dat één der echtgenoten sedert 12 maanden of indien hij/zij Nederlander is sedert 6 maanden woonplaats heeft in Nederland;
sedert wanneer de echtgeno(o)t(e), die niet de Nederlandse nationaliteit heeft, woonachtig is in Nederland.
Een uittreksel uit de Basisregistratie Persoonsgegevens (niet ouder dan drie maanden) van verzoeker en alle belanghebbenden met vermelding van de nationaliteit en/of eventueel een vergelijkbaar buitenlands stuk.
Een authentiek afschrift van de geboorteakte – gedateerd, gewaarmerkt en niet ouder dan drie maanden –.
Een authentiek afschrift van de geboorteakte – gedateerd, gewaarmerkt en niet ouder dan drie maanden – dan wel de akte van inschrijving van de buitenlandse geboorteakte in de registers van de burgerlijke stand te Den Haag (niet ouder dan drie maanden).
Indien in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand geen geboorteakte is ingeschreven: een buitenlandse geboorteakte, gelegaliseerd en/of geverifieerd een en ander met toepassing van de Legalisatiecirculaire. Indien geen buitenlandse geboorteakte kan worden verkregen: zie artikel 25c
Een authentiek afschrift van de huwelijksakte (niet ouder dan drie maanden).
Een bewijs van inschrijving van de echtscheiding.
Een authentiek afschrift van de akte van de burgerlijke stand waarvan aanvulling/verbetering en/of doorhaling wordt verzocht (niet ouder dan drie maanden).
Een authentiek afschrift van de buitenlandse akte gelegaliseerd en/of geverifieerd met toepassing van de Legalisatiecirculaire.
Indien het verzoek betrekking heeft op een minderjarige en het verzoek is ingediend door één ouder: een verklaring van de andere ouder (met/zonder gezag) dat deze met het verzoek instemt, dan wel een opgave van redenen voor het ontbreken van deze verklaring.
Een instemmingsverklaring van de relevante in de akte vermelde personen of hun wettelijke vertegenwoordigers.
Indien het verzoek door de Officier van Justitie wordt ingediend: de brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand aan de officier van justitie waarin wijziging van de akte wordt verzocht, met daarin opgenomen een concreet voorstel voor de formulering van de te wijzigen punten in de akte.
De akte van de burgerlijke stand waaraan een latere vermelding moet worden toegevoegd (niet ouder dan drie maanden).
De brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand met diens schriftelijke reactie/advies.
Indien voor het indienen van het verzoek een schriftelijke discussie met de ambtenaar van de burgerlijke stand is gevoerd: deze correspondentie.
Het originele weigeringsbesluit van de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Een bewijs van Nederlanderschap, dan wel stukken waaruit blijkt dat verzoeker gedurende een tijdvak van tenminste één jaar onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek woonplaats in Nederland en een geldige verblijfstitel had en heeft.